Heel beknopt omschreven is een zwart gat een plek in het heelal waar een dergelijk sterke zwaartekracht heerst, dat niets eruit kan ontsnappen. Zelfs licht niet.
Uitvoeriger uitleg
Elke hemellichaam oefent zwaartekracht uit op zijn omgeving. Dit wordt het zwaartekrachtveld genoemd. Hoe groter dit zwaartekrachtveld is, des te moeilijker is het om eraan te ontsnappen. Om je een indruk te geven: om te ontglippen aan de zwaartekracht van de aarde is een snelheid van minimaal 11,2 kilometer per seconde nodig, terwijl ontsnappen aan de zon al een ‘bescheiden’ 617,5 kilometer per seconde vergt.
Niet enkel de massa van het hemellichaam is van invloed op de ontsnappingssnelheid, maar ook de afmeting speelt een grote rol. Een planeet die de helft kleiner is dan de aarde, maar met een gelijkwaardig gewicht, vergt een hogere ontsnappingssnelheid. Het ligt dus allemaal zeer complex.
Snelheid van het licht
John Michell kwam als eerste wetenschapper met de theorie dat er wellicht hemellichamen bestaan waarvan het zwaartekrachtveld dusdanig hoog is, dat niets hieruit zou kunnen ontsnappen. Dat wil zeggen dat de ontsnappingssnelheid hoger zou liggen dan de snelheid van het licht. De snelheid van het licht zit op circa 300.000 kilometer per seconde. Een extreem compacte ster zou hiervan een voorbeeld kunnen zijn. De naam zwart “gat” is dus eigenlijk erg misleidend.