Vliegen als een vogel – de eerste experimenten

Al duizenden jaren lang kijken mensen omhoog naar de hemel en vragen zich af hoe het zou zijn om te vliegen als een vogel. De natuur van de mens is, om nooit tevreden te zijn en altijd verder te reiken. We willen altijd een snellere auto, verder op vakantie, lekkerdere taarten van jeeigentaart.nl en een nieuwe interieur van onze woonkamer. Mensen zijn kortom bezige baasjes – en we vinden constant nieuwe manieren om onze dromen werkelijkheid te maken.

Daarom is het ook niet zo raar dat mensen al eeuwen lang proberen om hoe dan ook de lucht in te komen! Pas met de uitvinding van heteluchtballonnen, de benzinemotor die actief vliegende vliegtuigen voort kon stuwen en uiteindelijk de ruimteraketten van Wernher von Braun, is de mens ook de heerser van het luchtruim geworden. Voordat het zover was, zijn er veel verschillende pogingen geweest om vliegende machines te bouwen. Lees hier meer over een paar van deze aeronautische mijlpalen.

De vleugels van Abbas ibn Farnas

Deze uitvinder leefde in de 9e eeuw in Islamitisch Spanje. Hij bouwde een soort primitieve deltavlieger, misschien bedekt met vogelveren, en sprong daarmee van een hoge toren in zijn woonplaats Córdoba af. Volgens geschriften uit die tijd vloog hij een flink stuk door de lucht. Helaas had zijn deltavlieger geen staart of roer om mee te sturen. Daardoor kwam zijn vlucht tot een abrupt einde toen hij neerstortte. Hij zou de rest van zijn leven rugklachten aan zijn gewaagde vlucht overhouden.

Otto Lilienthal

Deze Duitse uitvinder experimenteerde ook met deltavliegers. Hij ontwierp modellen die wél een staart hadden, die hij had afgekeken van vliegende vogels. Lilienthal ondernam zijn proefvluchten vanaf heuvels bij Berlijn, waarbij hij een aanloop nam en zichzelf de lucht in wierp. Hij voerde ve;e vluchten uit, totdat hij uiteindelijk crashte en zijn nek brak. Zijn laatste woorden waren: “Er moeten nou eenmaal offers gebracht worden!”

Gebroeders Montgolfier

De luchtballon van de gebroeders Montgolfier was de eerste echte geslaagde vlucht van een heteluchtballon. Toen de Franse gebroeders eenmaal het principe om een zak vol met hete en daardoor opstijgende lucht te pompen verfijnd hadden, hingen ze een mand onderaan hun kersverse ballon. De gebroeders waren wat voorzichtiger dan de andere uitvinders en lieten de ballon eerst aan een touw op, met in de mand een schaap, een haan en een eend. Toen deze dieren ongeschonden weer landden, werd het experiment herhaald met twee vrijwilligers. Vanaf dat moment had de mens zijn eerste mogelijkheid om echt de lucht in te komen.