Zonsverduistering
Wellicht het bekendste astronomische fenomeen is de zonsverduistering, ook wel zoneclips genoemd. Tijdens dit natuurverschijnsel bereikt het licht van de zon de aarde niet, ten tijde van de daglichtperiode. Dit komt omdat een ander hemellichaam, doorgaans de maan, de weg van het licht belemmerd. Vanaf de aarde gezien wordt de zon dus bedekt door de maan, wat een donker gebied op de aarde veroorzaakt. Het gebied dat in de kernschaduw van de maan ligt kan de totale zonsverduistering ervaren.
Op 1 februari 1851 was er zo’n totale zonsverduistering waarneembaar. De totaliteit was zichtbaar in een deel van Rusland dat tegenwoordig bekend staat onder de naam Kaliningrad. Het was tijdens deze zoneclips dat de allereerste foto van dit spectaculaire en bijzondere fenomeen werd vastgelegd door Julius Berkowski.
Maansverduistering
Bij een maansverduistering gaat het om een geheel andere stand van de planeten, namelijk de aarde welke tussen de zon en de maan in staat. Op dit moment kunnen de stralen van de zon niet reflecteren op het oppervlak van de maan, waardoor de volle maan geen zonlicht weerkaatst richting aarde, en dus tijdelijk minder zichtbaar wordt. Maansverduisteringen treden op in een 18-jarige cyclus, en wordt de Saros-cyclus genoemd.
De maan heeft tijdens een volledige verduistering echter altijd nog een soort roodachtige gloed . Dit heeft de maken met de lichtstralen van de zon, welke door de atmosfeer en het stof van de atmosfeer heen schijnen. Denk hierbij maar aan de rode gloed die zichtbaar is bij zonsopkomst en zonsondergang. Dit bijzondere verschijnsel heeft door de eeuwen heen bij diverse volkeren geleid tot mythen en bijgeloof. Zo geloofden de Inca’s dat de bloedrode kleur ontstond door de aanval van een jaguar, terwijl de Batammaliba uit West-Afrika dachten dat de maan en de zon ruzie maakten.
Sterrenregen
Bij grote hoeveelheden ‘vallende sterren’ spreken we van een sterrenregen. Tijdens zo’n sterrenregen passeert een meteorenzwerm de aarde, waarbij er enorm veel kleine deeltjes gruis, afkomstig van deze meteorieten, onze dampkring betreden. Tijdens het binnentreden van de dampkring ontstaat er een enorm hoge temperatuur door de wrijving met minuscuul kleine deeltjes uit onze dampkring. Het gruis en stof dat afkomstig is uit de ruimte verbrand hierdoor, waardoor het gaat gloeien en er een lichtstaart zichtbaar wordt. Dergelijke lichtstaarten kunnen van kleur verschillen. Welke kleur deze staart heeft wordt onder andere bepaald door de samenstelling van het stof en gruis. Een oranje staart kan wijzen op natrium, rood op silicium, blauw/groen op magnesium of koper, geel op ijzer en paars op calcium of kalium.