Om een uitleg te geven van verschillende astronomische instrumenten, zullen we eerst een onderscheid moeten maken tussen de verschillende soorten astronomie.
Optische astronomie
In de optische astronomie wordt gebruik gemaakt van het zichtbare licht. Het instrument dat hiervoor het meestgebruikt is, is de telescoop. In de hedendaagse astronomie wordt dit aangevuld met spectrogrammen en moderne elektronische beeldverwerkingstechnieken.
Infraroodastronomie
Deze soort astronomie tracht waarnemingen te doen bij golflengten die langer zijn dan die van het voor de mens zichtbare licht. Dit wordt eveneens gedaan met behulp van telescopen. Dit zijn echter telescopen die speciaal ontworpen zijn voor het waarnemen van dit infrarode licht. Waterdamp absorbeert dit infrarode licht zeer sterk, waardoor de beste plekken voor dergelijke installaties hooggelegen gebieden zoals bergen zijn. Instrumenten die bevestigd zijn aan ballonnen werden vroeger ook veel gebruikt. Het grote voordeel hiervan was dat er nog meer ruis van de atmosfeer van de aarde geëlimineerd kon worden.
Radioastronomie
Dit deelgebied van astronomie bestudeerd het heelal door middel van radiogolven. Dit gebeurt binnen een reikwijdte van 30 MHZ tot 700 GHz. Je kunt je dus wel inbeelden dat radioastronomie compleet andere instrumenten gebruikt dan conventionele astronomie. We hebben het hier dan over radiotelescopen, welke radiostraling met golflengtes van centimeters en zelfs millimeters waar kunnen nemen. Dergelijke radiotelescopen lijken qua uiterlijk op radio-ontvangers voor normale radio.
Röntgenastronomie
Op een enkele golflengte na kunnen röntgenstralen, ultraviolette straling en gammastraling niet doordringen door de atmosfeer van de aarde. Om dergelijke astronomische metingen te doen dient men dus vanuit de ruimte met behulp van satellieten of zeer hoge luchtballonnen te meten. Deze relatief nieuwe technieken hebben geleid tot enorm veel nieuwe inzichten en kennis.
De telescoop
Een instrument waarmee objecten welke ver weg liggen vergroot kunnen worden waargenomen noemt men een telescoop. Een verrekijker is dus feitelijk ook een soort telescoop, echter zit het verschil in het bekijken van objecten op aarde, en het bekijken van objecten buiten de aarde. Astronomische waarnemingen dus.
Een telescoop die enkel gebruik maakt van lenzen noemen we een refractor. Dergelijke telescopen bestaan uit minimaal twee lenzen of groepjes van lenzen en een oculair (objectief). Een verrekijker is een klein model refractor.
Een reflector is doorgaans een wat grotere telescoop waarbij het oculair een spiegel is. De naam reflector refereert dus aan het reflecteren van de lichtstralen.
Om het zichtbare beeld dat uit een telescoop komt rechtopstaand te maken, zijn een aantal extra hulpmiddelen nodig. Deze hulpmiddelen worden omkeerprisma’s genoemd. Zonder deze prisma’s zou het beeld niet alleen op zijn kop staan, maar links en rechts zouden ook omgewisseld zijn.
SETI-Project
Het SETI-Project is een van de modernste methodes binnen de astronomie. SETI is een afkorting welke staat voor Search for ExtraTerrestrial Intelligence. Het is dus een zoektocht naar signalen uit het heelal van een buitenaardse beschaving. Zeer gevoelige radiotelescopen zoeken naar signalen uit de ruimte die afkomstig zouden kunnen zijn van een dergelijke levensvorm. Dit zouden zowel signalen kunnen zijn die toevallig worden geproduceerd, maar uiteraard ook bewust uitgezonden signalen met als doel contact maken met onbekende beschavingen.