De laatste jaren is door middel van DNA-analyse bevestigd wat veel wetenschappers al vermoedden. Namelijk dat de afstemming van de moderne mens minder rechtlijnig is dan vaak wordt aangenomen. In de loop van zijn evolutionaire geschiedenis heeft de mens zich over de aardbol verspreid. Daarbij kwamen ze in contact met de andere mensensoorten die op dat moment nog bestonden. Deze mysterieuze mensensoorten, de Neanderthaler en de Denisovamens, zijn inmiddels verdwenen door oorzaken waar nog fel over gedebatteerd wordt.
Maar ze hebben een deel van zichzelf achtergelaten: in ons DNA. Uit de onderzoeken blijkt dat veel mensen van nu een paar procent DNA van deze mensensoorten met zich meedragen. In het verleden waren er exemplaren van de soort Homo sapiens (onze eigen soort) die zich hebben voortgeplant met de nu verdwenen Neanderthaler en Denisovamens. En hun bijzondere DNA heeft nu nog invloed op hoe wij eruit zien en hoe ons lichaam werkt. De gemiddelde Europeaan en Melanesiër heeft het hoogste percentage van dit DNA. Afrikanen die zuidelijk van de Sahara leven zijn nooit in contact gekomen met de verdwenen mensen, en hebben dus geen DNA daarvan.
Neanderthaler DNA in moderne Europeanen
De gemiddelde Europeaan van tegenwoordig blijkt 1 tot 2% DNA van Neanderthalers met zich mee te dragen. Neanderthalers waren forse, zwaar gespierde mensen die in de koude delen van Europa konden overleven en gespecialiseerd waren in de jacht op grote dieren. Van hen lijken Europeanen een grotere schedel geërfd te hebben. Andere Neanderthaler-genen gaven Europeanen een lichtere huidskleur, belangrijk voor het produceren van Vitamine D in een gematigd klimaat. Ook lijkt het erop dat we van deze stoere jagers de eigenschap hebben overgehouden om bloedingen sneller te laten stelpen. Maar de erfenis is niet alleen maar positief: Neanderthaler-DNA vergroot waarschijnlijk de kans om depressief te raken, bepaalde ziekten te ontwikkelen, en maakt mogelijk zelfs de neiging om verslaafd te raken aan roken sterker.
DNA van de Denisovamens in Aziaten
Denisovamensen zijn een vrij onbekende Aziatische mensensoort, waarvan nog maar weinig fossielen gevonden zijn. Zodra Homo sapiens de warme kleding en stevige schoenen had ontwikkeld om zijn lange trektocht door Azië te beginnen, plantte hij zich af en toe voort met Denisovamensen. Het grootste percentage DNA (2 tot 4 procent) van deze mysterieuze mensen vinden we nu nog terug in de Melanesiërs, die Nieuw-Guinea en verschillende Pacifische eilanden bewonen. Ook de Aboriginals van Australië zijn dragers van deze genen. De moderne mensen met dit DNA hebben daar onder andere een robuustere schedelvorm, een verbeterde reukzin en de neiging om blond haar te hebben aan overgehouden. En ook hier kleven er nadelen aan het bezitten van dit DNA. De genen van Denisovamensen lijken verband te houden met een verhoogde kans op hart- en vaatziekten en obesitas.